D.A.B. de Wortketel.

Merckwaerdighe Bierologie 

Mede 1 (oudste recept)

Nadat de honing uit de raat is gelopen en in potten is weggezet, legt men de raat in een tamelijk grote pan, giet er koud water op, en bewerk dan de raat zodanig met de handen, dat de laatste resten honing eruit komen in het water. Zeef dit door een doek en neem de eiproef: drijft het ei, dan is de mede sterk genoeg, zinkt het naar de bodem, dan moet er zoveel honing bij tot het ei gaat drijven. Breng de vloeistof aan de kook, laat heel zachtjes doorkoken met een dozijn kruidnagelen en 25 gr gehakte gember. Schuim van tijd tot rijd af en laat de vloeistof inkoken tot ongeveer 9 liter. Giet de afgekoelde vloeistof in een grote mandfles. Waarschijnlijk zal de mede een dag of twee, drie, zacht gisten. Na drie maanden of meer is de mede gereed om gedronken te worden. De honingraat kan nog worden gebruikt: leg de raat in een pan, laat hem in kokend water smelten en dan afkoelen. De zuivere bijenwas zal dan bovendrijven.

Mede II (modern recept)

Los een kilogram honing op in 4 liter water en breng dit zachtjes aan de kook. Laat de vloeistof inkoken tot 3 liter, schuim af. Giet de vloeistof in een houten kuipje, en voeg er - als ze bijna koud is - 1/8 L brouwersgist bij, en roer goed. Laat dit drie dagen staan. Giet de vloeistof door een zeef in flessen en zet daar losjes een kurk op, tot de gisting geheel is uitgewerkt. Zet de kurk er dan stevig op, en laat de mede een jaar rijpen alvorens ze te drinken.