Bottelen
De flesjes die gebruikt gaan worden dienen uiteraard goed schoon en steriel te zijn. Men kan gebruik maken van beugel (Grolsch) of Euroflesjes (pijpjes) voorzien van kroonkurken. Dit is een persoonlijke keuze. gebruik echter nooit frisdrank flessen. Tijdens het bottelen dient er suiker toegevoegd te worden voor de nagisting in de fles en om er koolzuur in te krijgen. Commerciële brouwerijen vullen de flessen isobarisch (onder druk) af maar de thuisbrouwers kunnen dit niet realiseren (duur), vandaar deze bewerking.
Je kunt het beste voor je begint met bottelen het bier van de gist afhevelen in een schone fles of vat. Je bent dan reeds het merendeel van de dode gist kwijt, en als je niet te lang hebt gewacht tussen einde gisting en bottelen zullen er nog genoeg goede gistcellen door het bier zweven om voor de nagisting te zorgen. Voeg nooit meer dan 8 gram suiker per liter bier toe anders knallen je flesjes uit elkaar!!! Je kunt de benodigde hoeveelheid suiker (aantal liters bier keer maximaal 8 gram) oplossen in een beetje water (voor 10 liter bier ongeveer 100 ml), dit even laten koken, afkoelen en toevoegen aan het bier. Daarna rustig door roeren of schudden. Doe dit niet te wild aangezien er dan te veel lucht in het bier terecht komt, waardoor oxidatie optreed. Bovendien is het zo dat deze suiker oplossing zelf al sterk de neiging heeft zich goed te vermengen met het bier.
Voor het vullen van de flesjes ga je als volgt te werk. We steken de hevel in de fles op de bodem. Vervolgens zuigen we krachtig aan het uiteinde van de hevel en het bier komt er al aan. Eerst vangen we wat bier op in ons maatglas om het SG te bepalen (meten is weten). Doe dit bier in het maatglas niet weer bij het bier in de mandfles (verontreiniging!). Laat het bier langs de rand van de te vullen fles naar beneden stromen. Daartoe kun je het best de fles een beetje schuin houden. In het begin denk je wat is dit lastig maar na enig oefenen zul je zien dat het steeds beter gaat. Vul de fles af tot ongeveer 1 centimeter vanaf de rand en sluit het flesje. Dit doen we voor de gewone pijpjes met een daarvoor bestemd kroonkurk apparaat. We laten vervolgens de flesjes een dag of 10 staan op kamertemperatuur om de nagisting te laten plaatsvinden, daarna nog een paar weken op een koele plaats om te rijpen en vervolgens: Proost!!! Wanneer je het geduld op kunt brengen om het bier een paar maanden te laten rijpen zal het nog beter van smaak worden. Neem zelf maar eens de proef op de som.
Het is ook mogelijk te "bottelen" in fusten. Eigenlijk kun je dit dus geen bottelen noemen. We kunnen hiervoor verschillende fusten gebruiken. De bekendste zijn natuurlijk de commerciële fusten. En de kleine 5 liter blikken. Het nadeel van deze fusten is dat de commerciële fusten "gekraakt" dienen te worden daar ze niet zo zondermeer gebruikt kunnen worden. De eigenaar van de fusten, de brouwerij dus, is hier waarschijnlijk niet zo blij mee. De 5 liter blikken hebben als nadeel dat ze niet eenvoudig op druk gebracht kunnen worden en het dus altijd een slap aftreksel blijft van de echte fusten. We willen namelijk bereiken dat we een echte tab installatie hebben. Bovendien willen we natuurlijk af van het schoonmaken van de flesjes. (Hoewel het altijd verstandig is een paar liter bier toch in flesjes te doen voor eventuele wedstrijden.) Gelukkig is er een goed alternatief. Iedereen kent wel de frisdrank installaties in de grote cafés en disco's waar men een glas onder houdt en met een druk op een knop verschijnt er frisdrank in het glas. Deze installaties werken met siroop in fusten (tegenwoordig steeds meer in karton, hoewel een grote cola fabrikant hier een beetje op terug lijkt te komen) en vermenging met water. Deze fusten nu zijn ook zeer geschikt voor ons bier. Na een grondige schoonmaak en vervanging van de rubberen dichting kan men hier het bier in doen, waarna men het fust een klein beetje druk geeft om de dichting goed te sluiten. Hieronder zie je een voorbeeld van zo'n systeem.
De afbeelding toont aan de linker zijde het bewuste fust en aan de rechterzijde een koolzuurgas fles met manometers. Aan de manometers zit een slang die we aan het fust kunnen aansluiten. (de zwarte slang) Voor de fles en het fust ligt nog een slang (de transparante) welke we aan het andere aansluit punt kunnen koppelen (de aansluitpunten bevinden zich beide aan de bovenzijde van het fust) deze zorgt voor de uitstroom van het bier. Er is een klein kraantje aan de transparante slang bevestigd wat we gebruiken als tapkraantje. Er zijn echter ook andere mogelijkheden. We kunnen eventueel ook een echte tapkraan bevestigen. Hieronder zie je en mooi voorbeeld van deze kranen.
Helaas zijn dit soort kranen op dit moment alleen
nog te verkrijgen via internetsites in de USA.
Nog even dit.
Het is aan te raden om, zeker in het begin, de procedure zoals behandeld aan te houden. Experimenteren is leuk maar vraagt wel enige kennis van zaken voor wat betreft brouwmethodes en kennis van grondstoffen. De belangrijkste standaardregels die men in acht moet nemen zijn:
1. Hygiëne
2. Nauwkeurigheid
3. Geduld
Wordt er voldoende aandacht besteed aan deze punten tijdens het brouwproces, dan kan er bijna niets mis gaan.
Om te voorkomen dat er infectie in het bier ontstaat, waardoor het bier ondrinkbaar wordt, dienen alle gereedschappen goed schoongemaakt en ontsmet te worden. Besmetting kan o.a. ontstaan door rottend fruit in de omgeving (fruitvliegjes), azijnzuurbacterie, scherpe geuren (bijv. ui), schimmels e.d.
Reinigen/ontsmetten kan op de volgende manieren:
2. Nauwkeurigheid (meten is weten)
Om later te kunnen terugvinden waarom iets goed of fout is gegaan is het noodzakelijk de brouwgegevens zo nauwkeurig mogelijk te noteren. Is een bier goed geslaagd dan is het prettig te weten welke mout of hopsamenstelling en maischtijden en temperaturen gebruikt zijn. Tevens kunnen aan deze gegevens eventuele fouten en het alcoholpercentage afgeleid worden. Meet regelmatig het S.G. van het wort, voor en na het koken, voor het toevoegen van de gist en voor het bottelen. Deze gegevens kun je in het zgn. logboek voor de bierbrouwer noteren. Er zijn ook software matige vormen van deze logboeken te verkrijgen. zie hiervoor bij de link pagina.
Ambachtelijk brouwen is een natuurlijk proces, overhaasten komt het proces niet ten goede en zal dus ten koste van de kwaliteit gaan. Bovendien zal een bier dat tijd krijgt om zich te ontwikkelen en rijpen in die periode beter worden. Over het algemeen wordt dit gedeelte van het brouwen van bier als meest lastige ervaren.
In tegenstelling tot wat iedereen denkt kun je zelfgebrouwen bier, omdat het hergist op fles, jarenlang bewaren. Bieren van de commerciële brouwerijen zijn meestal gepasteuriseerd en hebben een houdbaarheidsdatum, hetgeen betekent dat ze niet langer dan een half jaar tot een jaar bewaard kunnen worden. Dat is dus niet het geval met ons zelfgebrouwen biertje, integendeel. De 'smaakevolutie' die plaatsvindt wanneer het bier ouder wordt doet het bier alleen maar goed. Reeds enige maanden na het bottelen wordt een bitter bier zachter van smaak. Zoete bieren worden minder zoet en zure bieren worden eerst zuurder en later weer minder zuur. In of na het derde jaar begint zich een portsmaak te ontwikkelen die soms overgaat in een sherrysmaak. Het proeven van zulke oude bieren (5 tot 10 jaar oud) schijnt een ware sensatie te zijn. Hierbij moet echter wel gezegd worden dat het lang bewaren van bieren de frisheid niet ten goede komen. Afhankelijk van het type bier moet je eerder besluiten het bier te drinken. Een goed voorbeeld hiervan is pils. Hoe frisser (hoe jonger dus) hoe beter. Wanneer je een bier drinkt is dus van zeer veel factoren afhankelijk en iedereen moet hier zelf een besluit in nemen.
Om bier voor langere tijd te kunnen bewaren gelden eigenlijk dezelfde voorwaarden als voor het bewaren van wijn. Een constante temperatuur van maximaal 15 graden. Daar komt dan nog bij: duisternis. Want er is één ding waar bier niet tegen kan en dat is licht, zowel natuurlijk licht als kunstlicht. Licht veroorzaakt een bepaalde smaakafwijking bij het bier, de zgn. 'lichtsmaak', een soort zwavelachtige geur die naar men zegt lijkt op de geur van een stinkdier. Met name bier in flessen van groen glas heeft er snel last van, vandaar dat men bruin glas gebruikt voor bierflessen. Van Heineken zegt men wel eens dat het smaakt naar paarden zeik. Nu heb ik zelf nog nooit paarde zeik gedronken maar ik weet wel dat het niet ligt aan het bier zelf maar meer aan de behandeling er van. Het bier heeft hierbij dus een lichtsmaak gekregen door het niet juist bewaren er van.
Wanneer je eenmaal zelf aan het brouwen bent geslagen zul je vroeg of laat wel eens geconfronteerd worden met bepaalde smaakafwijkingen in je bier. Dan kan verschillende oorzaken hebben, meestal is het een gevolg van een infectie, wilde gisten of resten schoonmaakmiddel.
---------------------------------------------
Laat het glas niet ledig staan,
Ledigheid is 's duivels kussen.
Schenk weer in en tik weer aan
En gezongen ondertussen:
Naar de drank gaat uit de kan,
Komt de wijsheid in den man!
Neem van 't leven meer en meer
Al 't genot dat 't kan bezorgen.
t Heden gaat en keert niet weer
En wie weet wat brengt het morgen?
Naar de drank gaat uit de kan,
Komt de wijsheid in den man!
Wie onsterfelijkheid begeert,
Moet zich in een roes vergeten.
Wijl hij schept en fantaseert.
Zonder maat om tijd te meten.
Naar de drank gaat uit de kan.
Komt de wijsheid in den man!
---------------------------------------------