3 t/m 5 februari 2014
Een brouwervaring van Johan Hummel, GertJan Rijstenberg, Jan de Vries, Jan Kamps, Henk Stoel in Arcen en ruime omstreken.
Aanleiding
In november 2012 voorzag Hertog Jan brouwmeester Gerard van den Broek, via zijn goede vriend Jan Kamps, de brouwers van de Wortketel van een can verse Hertog Jan bovengist met als uitdagend verzoek er iets leuks, spannends of nieuws mee te brouwen. Zeventien brouwers gingen de uitdaging aan en brouwden in totaal bijna vijfentwintig verschillende bieren in diverse categorieën.
Na lang rijpen en een doorstane stresstest werden de bieren gekeurd door een testpanel van zes vrouwen en zes mannen, waarna de beste vijf werden uitgenodigd om een dagje mee te komen brouwen in Arcen. Dit werd door deze famous five natuurlijk geïnterpreteerd als een prijs en niet als een straf.
Een reisje wordt een Trip
Jan Kamps organiseerde niet alleen de tour de force, hij chauffeerde ook vakkundig door het land van Tom-Tom. ’s Avonds bij aankomst in Arcen had Frans Rayer naast een heerlijk Hertog Jan bokbiertje van de tap, ook de avondmaaltijd klaar staan zodat we direct, beschaafd zoals we zijn, konden aanvallen. We lieten ons de maaltijd goed smaken waarna we ons aan de zware taak zetten om ons geheugen op te frissen; we proefden wat er nog over was van de prijswinnende bieren. We hielden ons natuurlijk enigszins in want de volgende morgen zou de wekker om zes uur weer afgaan, dus toen er nog drie uurtjes ruimte voor slaap overbleef spoedden we ons naar bed.
De volgende ochtend konden we al vroeg op de brouwerij terecht. Zonder ons tijd voor ontbijt te hebben gegund stonden we om half acht voor een dichte deur van de brouwerij. Brouwer Han die de vroege dienst had was om zes uur begonnen met schroten en toen wij aankwamen was hij zojuist begonnen met de eerste moutstorting. We zagen hem door het raam, maar hij ons niet. Dus was het even wachten voor we in de kantine aan een kop koffie en een broodje zaten en bijgepraat werden door Gerard over het verloop van de dag. Jan Kamps kreeg een sleutel waarmee we bijna overal binnen konden komen (behalve in de beroemde kelder met oude jaargangen van de Grand Prestige en de kluis). Om acht uur stonden we in de brouwruimte en konden de heerlijke moutgeuren al in ons opnemen.
Een week lang Grand Prestige
Brouwer Han had de vroege dienst en leidde ons door de eerste brouwgang, om half elf aangevuld met brouwer Mark die de tweede brouwgang voor zijn rekening zou nemen. De hele week zou alleen Grand Prestige worden gebrouwen; dinsdag werd opgestart met een nieuwe reingistcultuur en twee brouwgangen van elk ongeveer vijfenvijftig hectoliter en daarna twee dagen met drie brouwgangen en zaterdag nog een brouwgangen. In totaal negen brouwgangen Grand Prestige in een week.
De maischketel zorgde voor de beperking van het totaal brouwsel. Deze heeft een inhoud van ongeveer 55 hectoliter. De bierketel heeft een inhoud van honderd negenentwintig hectoliter, maar voor de Grand Prestige is zoveel mout nodig dat men een maischdikte aanhoud van twee liter per kilogram mout om een zo groot mogelijk brouwsel per keer te kunnen maken. Dat dit gevolgen heeft voor het versuikeringsproces zal duidelijk zijn. Het maischen duurt hier drie en een half uur(!) waarna er twee uur gespoeld wordt. Geloof het maar, wij stonden erbij. Pas daarna kan er gekookt worden.
Het exacte recept hoeven we hier niet te bespreken, evenmin als alle details. Want om met Gerard te spreken: “we doen hier precies hetzelfde als wat jullie doen, alleen gaat het hier iets groter”. Natuurlijk hebben wij de precieze receptuur wel paraat, alleen de gist moeten we dan even opnieuw opkweken. Het DNA van de gist is ontleedt en het blijkt inderdaad een loot uit de familie van Westmalle te zijn. Maar om hem thuis goedkoper na te kunnen maken is Gerard zo goed geweest om actieve (her-)gistingselementen na te laten in de Hertog Jan Dubbel en Hertog Jan Tripel. Probeer het niet met de Grand Prestige want die hergist niet meer op fles.
Intussen bezochten we nog eens alle afdelingen op de brouwerij met Mark, die intussen Han het werk alleen liet doen. We lunchten in de kantine waar Gerard de kantinedienst voor ons draaide. Na de middag volgden we nog eerder gemiste onderdelen van het proces tijdens de tweede brouwgang. Op eigen initiatief brachten we nog een bezoek aan het laboratorium waar een aardige laborante ons ook een en ander verklaarde. Alleen het microlab mochten we niet in, nou ja, we mochten ons hoofd om de deur steken, dus toch nog een indrukje van gekregen.
Aan het eind van de middag, eigenlijk was het werk nog niet af maar Mark kon het ook wel even zonder ons, gingen we naar het kantoor van Gerard en plozen de vakliteratuur nog even na, waarna ons oog viel op een mooi boek met recepten. Iedereen begrijpt intussen dat we ons als hop in een bierkuip voelden!
Gerard kreeg dorst, dus boden we hem nog wat te drinken aan van ons. Hij was zo goed ook wat met ons te delen, wat we natuurlijk niet afsloegen. Je moet ten slotte proeven wat je brouwt. Er kwamen nog wat bijzondere bieren op tafel waaronder een privé-eigenbrouw IPA van Gerard en een vier jaar oude onversneden Kriek Lambiek uit een laboratoriumfles. Na een bezoek aan de snoepwinkel van de brouwerij keerden we na twaalf uur “werk” weer terug naar ons onderkomen bij Frans Rayer. Na een maatlijd bij Olt Arce gingen we terug naar het café Rayer waar we nog even konden nagenieten. Jola voorzag ons van het nodige lekkers waarvoor we haar dankbaar zijn waarna we van een welverdiende nachtrust konden genieten. Waarschijnlijk stoomden die nacht nog vijf brouwketels door dromenland.
Maas afzakken
Woensdagmorgen negen uur, de eersten spoedden zich alweer fris en fruitig richting ontbijttafel. Het is toch zalig wakker worden bij zo’n rijk gevulde tafel! Te lang konden we hier niet meer blijven, want de eerste afspraak stond gepland om twaalf uur bij Speciaalbierbrouwerij Oijen, een uur rijden of varen stroomafwaarts. Na lang debatteren hebben we toch besloten om de auto van Jan maar niet de Maas in te duwen en de weg te nemen. Dit bleek een droge keuze te zijn. Oijen ligt boven aan een dijk op de zuidoever van de Maas. De brouwer ontving ons en liet ons een vrij onconventioneel concept zien. Zijn visie daarop was dat hij in zijn restaurant het meeste via de tapkraan verkocht. Onze visie op de onconventionaliteit lag meer in de aan de lucht koelen van de wort in de brouwruimte zelf. Hier wordt gemaischt, gefiltert, gekookt, en gegist in tweehonderd liter roestvrij staal. Lang konden we er niet blijven want om drie uur volgde een afspraak met Steve Gammage van Brouwerij Rodenburg in Rha (Bronckhorst). Ook hier zaten we midden tussen het water, nu aan de IJssel. De prijswinnende bieren stonden op de tap al op ons te wachten ook al had Steve en zijn personeel eigenlijk helemaal geen tijd. Hij had het razend druk. Tja, als je de ene na de andere prijs in de wacht sleept is dat niet zo verwonderlijk. Steve heeft inmiddels Arnoud Pijpker als brouwer in dienst voor twee dagen per week. Ondanks de drukte werden we gastvrij onthaald en konden een prachtig brouwhuis bewonderen, de ketels rookten nog na van het pas gebrouwen bier. Alles was net weer spic en span. De koperen tien hectoliter ketels zien er niet alleen prachtig uit, het is ook een zeer functioneel/efficiënt geheel.
Huiswaarts
Rond een uur of vijf vertrokken we uit het landelijk Rha en zochten ons een weg huiswaarts, vermoeid maar aangenaam aangedaan. Gertjan Rijstenberg liet zich in thuis afzetten, en daarna Jan de Vries ook. Johan Hummel en Jan Kamps gingen met Henk Stoel verder om na een maaltijd door te gaan naar de clubwedstrijd Klasse C bij de Wortketel in Echten. Allen waren ze het erover eens dat dit een overgetelijke ervaring was. En de lezer van dit verslag moet maar geloven dat u nog maar een fractie leest van wat mee zal gaan in de herinnering van de deelnemers. Vraag ze er gerust naar.